Bij deze factor draait het er vooral om in hoeverre de financiële professionals hun functie weten te verbeteren. De bijbehorende kenmerken zijn:
Verbeteracties bij de financiële functie worden bewaakt en geëvalueerd met behulp van prestatie-indicatoren; het doorvoeren van verbeteringen wordt bij de financiële functie gestructureerd aangepakt;
De financials hebben het afgelopen jaar voldoende tijd kunnen besteden aan het effectiever en efficiënter maken van hun werkzaamheden;
Het doorvoeren van verbeteringen wordt bij de financiële functie actief gestimuleerd.
Aan de proceskennis bij de financiële functie wordt actief gewerkt: in de financiële functie worden processen zoveel mogelijk uniform en op één plek uitgevoerd, zodat expertise over deze processen is gebundeld.
Lijnmanagers worden minder afhankelijk van de financiële functie voor hun financiële ‘behoeften’ terwijl tegelijkertijd de financiële functie meer tijd krijgt voor meer complexe taken: de managers in de organisatie maken gebruik van financiële selfservice. ‘Selfservice’ betekent hierbij dat lijnmanagers zelf hun rapportages kunnen en mogen opstellen, zonder tussenkomst van de financiële functie.